In 1947 kreeg de Amerikaanse ontwerper George Nelson de opdracht om een klokkencollectie te ontwerpen. Nelson analyseerde hoe mensen klokken gebruikten en kwam tot de conclusie dat ze de tijd afleiden uit de relatieve positie van de wijzers, wat de cijfers eigenlijk overbodig maakt. Aangezien de meeste mensen toen al polshorloges droegen, ging hij er bovendien van uit dat klokken eerder een decoratief element voor interieurs waren geworden.
Deze ideeën vormden de basis voor de eerste collectie van 14 klokken, bestaande uit een volledig nieuw type wandklokken en compacte tafelklokken, die in 1949 op de markt werden gebracht. Hoewel alle modellen één kenmerk gemeen hadden (de afwezigheid van cijfers) had de diversiteit van hun vormen, kleuren, materialen en ontwerpen nauwelijks groter kunnen zijn.