In het begin van de jaren 40 hielden Charles en Ray Eames zich jarenlang bezig met de ontwikkeling en verfijning van een techniek voor het buigen van driedimensionale vormen uit multiplex. Gaandeweg ontwierpen ze een reeks meubels en beelden. Van al die oorspronkelijke ontwerpen bleek de tweedelige olifant de grootste technische uitdaging omwille van de sterke meervoudige krommingen. Het stuk ging daarom nooit in serieproductie. De 14 jaar oude Lucia Eames, dochter van Charles, kreeg een prototype dat later werd uitgeleend voor een tentoonstelling in het Museum of Modern Art in New York in 1946. Vandaag is dit prototype nog altijd in het bezit van de familie Eames.